Maandag 23 december 2024
Feria Advent: week voor kerst (23 december).Uit de profeet Maleachi 3,1-4.23-24.
Dit zegt de Heer God: Let op, Ik zal mijn bode zenden; hij zal de weg voor mij effenen.
Opeens zal hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond
naar wie jullie verlangen. Komen zal hij – zegt de Heer van de hemelse machten.
Wie zal die dag kunnen doorstaan? Wie zal overeind blijven wanneer hij verschijnt?
Hij is als het vuur van een smid, als het loog van een wolwasser.
Hij zal zitting houden als iemand die zilver smelt en het zuivert; de zonen van Levi zal hij zuiveren
en zeven als goud en zilver, en dan zullen ze op de juiste wijze offeren aan de Heer.
De offers van Juda en Jeruzalem zullen de Heer met vreugde vervullen,
zoals in vroeger jaren, zoals in de dagen van weleer.
Voordat de dag van de Heer aanbreekt, die groot is en ontzagwekkend, stuur ik jullie de profeet Elia,
en hij zal ervoor zorgen dat ouders zich verzoenen met hun kinderen
en kinderen zich verzoenen met hun ouders. Anders zou ik het land volledig moeten vernietigen.
Psalmen 25(24),4bc-5ab.8-9.10.14.
Toon mij uw wegen, Heer,
En maak mij uw paden bekend;
Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want U bent de God die mij redt.
Goed en rechtvaardig is de Heer,
Hij wijst zondaars de weg,
Wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor,
Hij leert hun zijn paden te gaan.
Liefde en trouw zijn de weg van de Heer
voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden.
De Heer is een vriend van wie hem vrezen,
hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond.
Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 1,57-66.
In die tijd brak voor Elisabet het ogenblik aan, dat zij moeder werd; zij schonk het leven aan een zoon.
Toen de buren en de familie hoorden, hoe groot de barmhartigheid was die de Heer aan haar had betoond, deelden zij in haar vreugde.
Op de achtste dag kwam men het kind besnijden en ze wilden het naar zijn vader Zacharias noemen.
Maar zijn moeder zei daarop: 'Neen, het moet Johannes heten.'
Zij antwoordden haar: 'Maar er is in uw familie niemand die zo heet.'
Met gebaren vroegen zij toen aan zijn vader, hoe hij het wilde noemen.
Deze vroeg een schrijftafeltje en schreef er op: 'Johannes zal hij heten.' Ze stonden allen verbaasd.
Onmiddellijk daarop werd zijn mond geopend, zijn tong losgemaakt en verkondigde hij Gods lof.
Ontzag vervulde alle omwonenden en in heel het bergland van Judea werd al het gebeurde rondverteld.
Ieder die het hoorde, dacht er over na en vroeg zich af: 'Wat zal er worden van dit kind?' Want de hand des Heren was met hem.