Vrijdag 28 februari 2025

Vrijdag in week 7 door het jaar

Lezing uit het boek Jezus Sirach 6,5-17.
Minzame taal maakt overal vrienden en een hoffelijke tong krijgt overal welwillend antwoord.
Laat velen met u in vrede leven, maar laat slechts een op de duizend uw raadsman zijn.
Wilt gij iemand tot uw vriend maken, doe dat pas na hem beproefd te hebben en vertrouw hem niet te haastig.
Menigeen is uw vriend, zolang het hem goed uitkomt, maar hij blijft niet trouw op de dag van de rampspoed.
Menigeen is uw vriend, maar wordt uw vijand en brengt tot uw schande de ruzie op straat.
Menigeen is uw vriend en zit met u aan tafel, maar hij blijft niet trouw op de dag van de rampspoed.
In voorspoed staat hij aan uw kant en gaat hij gemeenzaam met uw bedienden om.
Maar gaat het u slecht, dan keert hij zich tegen u en laat hij zich niet meer bij u zien.
Houd u ver van uw vijanden en wees op uw hoede voor uw vrienden.
Een trouwe vriend is een machtige schutsmuur; wie hem vindt, heeft een schat gevonden.
Een trouwe vriend is niet te betalen; het is een heerlijkheid waar niets tegen opweegt.
Een trouwe vriend is een levenskruid; wie de Heer vrezen zullen er een vinden.
Wie de Heer vreest houdt zijn vriendschap ongekreukt, want zoals hij zelf is, is ook zijn naaste.


Psalmen 119(118),12.16.18.27.34.35.
Gij zijt lofwaardig, Heer,
leer mij uw beschikkingen kennen.
Ik wil mij aan uw wet verkwikken, En nimmermeer uw woord vergeten!
Neem de sluier van mijn ogen – dan zal ik zien

hoe wonderlijk mooi uw wet is.
Leid mij op de weg van uw bevelen,
dan zal ik uw daden indachtig zijn.
Geef mij begrip om uw wet na te leven,

om hem te volgen met heel mijn hart.
Leid mij langs de paden van uw geboden,
daar vind ik mijn vreugde in.


Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus 10,1-12.
In die tijd vertrok Jezus en ging naar het gebied van Judea en het Overjor­daanse.
Ook daar kwamen de mensen van alle kanten naar Hem toe en als naar gewoonte onder­richtte Hij hen.
Er kwamen ook Farizeeën die Hem vroegen: 'Staat het een man vrij zijn vrouw te verstoten?' Daarmee wilden zij Hem op de proef stellen.
Hij ant­woordde hun met een wedervraag: 'Wat heeft Mozes u voorgeschreven?'
Zij zeiden: 'Mozes heeft toegestaan een scheidings­brief op te stellen en haar weg te zenden.'
Doch Jezus ant­woordde hun: 'Om de hardheid van uw hart
heeft hij die bepaling voor u neerge­schreven.
Maar in het begin, bij de schepping, heeft God hen als man en vrouw gemaakt.
Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten
om zich te binden aan zijn vrouw en deze twee zullen een vlees worden.
Zo zijn zij dus niet langer twee, een vlees als zij geworden zijn.
Wat God derhalve heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.'
Thuis ondervroegen de leerlingen Hem nogmaals daarover.
Hij sprak tot hen: 'Wie zijn vrouw wegzendt en een ander huwt,
maakt zich tegenover haar schuldig aan echtbreuk.
En wanneer zij haar man wegzendt en een ander huwt, begaat zij echtbreuk.'